Anita Ontmoet…

“Geen werk bestaat niet!” Vele ambachten komen voorbij in het leven van Maart Letterman. Inmiddels 80 jaar en nog net zo gedreven als in zijn jonge jaren. Zijn 78-jarige vrouw Gerda, momenteel herstellende van een heupoperatie, popelt om weer aan de slag te kunnen. Waar velen op deze leeftijd gemiddeld een jaar nodig hebben om weer mobiel te zijn, is zij na zeven weken al weer aardig op de been!

“Niet achter de planten gaan zitten, erop uit, naar buiten en wat rommelen. In beweging zijn!”

Het geheim van jong blijven, volgens Maart.
Na een hartelijk ontvangst had ik een boeiend gesprek met hen onder het genot van een heerlijk kopje koffie, met op de achtergrond de vrolijke deuntjes van kanariepiet.

Anita van Bruggen-Knape.


Maart is een geboren en getogen Oud Oud-Beijerland. “Ik ben in 1938 hier te water gelaten” aldus Maart. Op de Molendijk nummer 14.

Mijn ouders hadden een dames- en herenkapsalon op de dijk. Ik kom uit een groot gezin! Mijn moeder had een hulp, Truus Kraak, mijn vader twee hulpjes ;Jan Visser en Korst Kraak. Zes personeelsleden totaal dus.

Omdat de klandizie achteruit liep, verkochten zij de zaak en begonnen aan heel iets anders. Zij lieten snackautomaten in de muur bouwen, aan één kant de kroketten en gehaktballen, aan de andere kant de slaatjes. Frikandellen bestonden toen nog niet. Naderhand kwam daar een cafetaria bij tegenover de visboer van der Steen op de dijk. Jaren hebben zij deze zaak gehad.

Daarna werd mijn vader havenarbeider bij de Holland America Lijn. Het pandje werd verkocht aan de firma Korporaal. Mijn moeder kon wegens haar slechte gezondheid niet meer werken. Bovendien was er ook nog eens een nakomertje op komst.

Het verhaal van zelfstandige zijn hield hier op!

Een gezin onderhouden viel niet mee, toch wist Maart altijd brood op de plank te krijgen.

“Ik heb een opleiding gehad als schilder op de ambachtsschool en kwam terecht bij een distilleerderij op de Havendam. Heel wat anders natuurlijk. De wijn werd gemaakt van appelen. Ook importeerde het bedrijf Spaanse zoete wijn. Mijn taak was om te zorgen dat deze vanuit het vat in flessen terecht kwam. Dat deed ik door de wijn op te zuigen via een slangetje. Daarna werden ze afgedopt en geëtiketteerd.

Dit heb ik een paar jaar gedaan voordat ik als machine bankwerker bij Koni ging werken. Wat tegenwoordig café ’ De Dijk” is op de dijk daar was in mijn tijd “De Kampong” gevestigd. Het was van de firma Koni. Zij hadden een aantal kleine bedrijfjes, onderverdeeld op het dorp. Ik werkte daar mee aan het vervaardigen van schokbrekers. Ik deed blaadjes verf onderdompelen en te drogen hangen. Ook daar ben ik een aantal jaar in loondienst geweest.

Toen kwam het bakkersvak voorbij.

Ik werd broodbakker in Klaaswaal en in Oud Oud-Beijerland, heb in een garage gewerkt als automonteur, en ben daarna gaan werken bij de firma van Noort uit Utrecht. Wegenbouw! Op- en afritten maken bij de Heinenoordtunnel. Dat was volgens mij in 1962.
Tijdens dat werk reageerde ik, samen met een maat, op een advertentie van Bos en Kalis in Frankrijk. We solliciteerde en werden aangenomen.

Zij zochten stortbazen. Dat verdiende veel meer. Zes weken op, zes weken af. Een week thuis. Dat heb ik zeven jaar volgehouden. Het was keihard werken, twaalf uur per dag! Leidingen aanleggen. Aan de kip en het konijn konden we zien dat het weekend was. Speciale maaltijd van chef-kok August. Hij zorgde daar voor de innerlijke mens van de werknemers. We verbleven in barakken.

Samen met mijn gezin, we hadden toen één zoon, woonden we in de Bootstraat aan de haven in Oud-Beijerland, een klein huisje. Toilet buiten in een emmer, een poepdoosje met deksel. Links voor ons, rechts voor de buren. De douche bestond uit een tuinslang voorzien van een sproeikop. Dat was het, niets meer en niets minder! Koud water natuurlijk , maar daar wende je op den duur aan. We betaalde een rijksdaalder huur per week. Niet veel natuurlijk!

“We krijgen weer een baby!”  waren de eerste woorden van Gerda aan Maart na zijn thuiskomst uit Frankrijk.

“Als mijn man aan het werk was, ging ik vaak naar mijn schoonmoeder, die woonde onder aan de Molendijk.
Elke keer weer wennen als Maart zolang van huis was. Bij haar vond ik wat rust.

Die ene keer dat hij thuis kwam zei ik tegen Maart “We krijgen weer een baby” “Joh!” was het enige wat hij op dat moment uit kon brengen. Een complete verrassing! Onze dochter kwam ter wereld toen Maart in Frankrijk was.”
In 1968 kwam hield Maart het voor gezien in Frankrijk.

“Ik verdiende prima bij Bos en Kalis, toch op een gegeven moment was het genoeg! Ik stopte ermee!
Mijn zus werkte bij firma van der Pol in Puttershoek, men verhuurde marktkramen in de Hoeksche Waard. Via haar hoorde ik dat men iemand zocht om de kramen op te bouwen. Ik had op dat moment geen werk, dus ging ik solliciteren en werd aangenomen. Naderhand heeft mevrouw van der Pol het bedrijf aan mij verkocht nadat haar man was verongelukt.

Ik werd zelfstandige. Hard werken, elke dag om vier uur op. Mijn vrouw heeft negen jaar meegeholpen met de opbouw. Het ging zo goed dat ik ging uitbreiden . Ik had 5 aanhangwagens met kramen die ik stalde op gemeente-parkeerplaatsen. De katoenen zeilen werden zeilen van PVC met rollen, niet meer met spijkers. Ik zette een verlenging aan de voorkant voor de kramen, zodat de klanten droog konden staan bij slecht weer. De marktkooplui waren er zeer content mee. Ook bouwde ik podia. Op de dijk en over de Vliet . Dat heb ik jaren gedaan.

Op aanraden van mijn kinderen ben ik op mijn 65-ste, in 2003 gestopt. Ik vond een koper uit Rotterdam en deed mijn bedrijf van de hand. Het ging me aan mijn hart! Als ik zie hoe weinig kramen er nog maar staan hier op het dorp, vrees ik dat het snel gedaan zal zijn met de markt. Het zijn tegenwoordig alleen nog maar wagens. En dan het bestellen via internet! Het zal nooit meer worden wat het geweest is. Zo jammer!

Eenmaal thuis ben ik mij gaan storten op mijn hobby’s, biljarten in competitieverband en mijn grootste liefhebberij ; “oldtimers”. Ik knapte ze op, verving het hout van het interieur in de auto als dat nodig was en sleutelde op motorisch gebied om ze weer aan de praat te krijgen. Dat deed ik allemaal in de schuur hierachter.
Ik ging ermee rijden om ze daarna weer te verkopen. Ik heb er 73 gehad!

Ja en tegenwoordig doe ik vrijwilligerswerk op de voetbalvereniging, bij OSV. Twee à drie dagen in de week kun je mij er vinden voor onderhoudswerkzaamheden. Ook mijn vrouw heeft daar haar hobby zoals ze zegt: “ja, ik ga twee dagen in de week met Maart mee om de boel daar schoon te houden”. Verder doe ik nog hand- en spandiensten bij een vriend van me. Stilzitten is niets voor mij. Ik moet wat om handen hebben, praatje hier, praatje daar! Dan leef ik! Het houdt me jong!

Wie mijn grote voorbeeld op aarde is?
Gerda: “mijn oudste zus, haar zorgzaamheid , voor iedereen klaarstaan, heeft een grote indruk bij mij achtergelaten. Ze is 86 jaar geworden. Ik mis haar nog elke dag!

Maart: “Leonard Cohen, zijn stemgeluid, zijn prachtige liederen, de rust die hij uitstraalt doet iets met me! Ik luister vaak naar hem!”

Als ik de wereld zou kunnen veranderen?
Gerda: “dan zou ik er voor zorgen dat er meer verdraagzaamheid zou zijn. Zo verschrikkelijk, onschuldige mensen vermoorden, zomaar, pats boem ! De wereld wordt steeds gekker!”

Maart: “ Weg met alle middelvingers op de weg!.” Men gunt elkaar niets meer. De meeste mensen op de weg zijn zo opgefokt in het verkeer. Nee het is allemaal niet leuk meer. Kijk naar je medemens om, geef elkaar de ruimte om te zijn wie je bent.

Of ik gelukkig ben?
Gerda: ja hoor, ik heb lieve kinderen, en kleinkinderen, ik heb te eten en te drinken.

Maart: zeker, op financieel gebied hebben we het goed gehad, we hebben op vakantie kunnen gaan, en nu ben ik hier en daar nog wat aan het rommelen bij Jan en allemaal. Zeker, het is goed zo, ik kan het allemaal nog!


Ik spreek mijn dank uit naar Maart en Gerda Letterman voor hun gastvrijheid aan hun keukentafel waar zij veel verhalen met mij deelden.

Anita.

./.